Spreekwoorden: (1914) Over koetjes en kalfjes praten, d.w.z. over onverschillige, onbeduidende zaken praten. Zie Van Effen's Spect. IX, 11: Nadat we so wat van koetjen en kalfjen epraet hadden; bl. 237: Eens mee praaten van het mooi weer, van het courant nieuws, en gelyk men zegt, van 't koeitje, en 't kalfje; Harrebomée... Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10778